Decentrale noodverlichting of centrale noodverlichting

Noodverlichting kan op verschillende manieren worden toegepast. We leggen je graag uit wat de verschillen zijn en welk type noodverlichting het beste bij jouw situatie past. Allereerst maken we onderscheid tussen twee typen noodverlichtingsinstallaties:

• decentrale noodverlichting
• centrale noodverlichting

Decentrale noodverlichting bestaat uit een armatuur met een ingebouwde batterij en een lader, deze worden rechtstreeks aangesloten op netstroom. De decentrale noodverlichting is bij stroomuitval nog steeds in werking door de ingebouwde batterij en is niet afhankelijk van netstroom. Decentrale armaturen is het meest voorkomende systeem van noodverlichtingsinstallaties.

Centrale noodverlichting bestaat uit armaturen, die niet zijn voorzien van een eigen voedingsbron en lader. De armaturen worden direct vanuit een centraal systeem van noodstroom voorzien. Voor de zekerheid hebben deze systemen daarom vaak meerdere centrale noodvoedingssystemen.

Decentrale noodverlichting is meestal eenvoudiger, sneller aan te sluiten en flexibeler wanneer het uitgebreid moet worden. Bovendien wordt het aangesloten op het reguliere lichtnetwerk, waardoor het systeem direct geactiveerd wordt wanneer de normale verlichting uitvalt. Vanaf dat moment nemen de accu’s het over.

Hoewel het dus meer werk en dus manuren kost om aan te leggen, zitten de voordelen van centrale noodverlichting vooral in het onderhoud. Bij decentrale noodverlichting moeten deze afzonderlijke armaturen stuk voor stuk gecontroleerd worden. Bij centraal gevoede noodverlichting hoeft de lamp van het armatuur maar een keer per vier jaar vervangen te worden.